Wat kost een octrooi?

Voor start-ups met een technisch en innovatief product kan het aanvragen van een octrooi een vereiste zijn om succesvol investeerders te vinden. Echter het aanvragen van een octrooi kan een kostbare zaak zijn. Er is duidelijk sprake van een kip en ei situatie. De taksen die bijvoorbeeld het NL Octrooicentrum vraagt voor het indienen van een octrooiaanvraag zijn relatief laag (vanaf 200,- euro voor het indienen en aanvragen van een onderzoek van het nationale type). Dus de verleiding om zelf een aanvragen te schrijven en in te dienen is groot.

De taksen die bijvoorbeeld het NL Octrooicentrum vraagt voor het indienen van een octrooiaanvraag zijn relatief laag (vanaf 200,- euro voor het indienen en aanvragen van een onderzoek van het nationale type). Dus de verleiding om zelf een aanvragen te schrijven en in te dienen is groot.

Het schrijven van een octrooiaanvraag lijkt simpel. Echter er zijn vele fouten die gemaakt kunnen worden, waardoor de rechten die men hoopt te krijgen uiteindelijk weinig zullen voorstellen. Het is dus aan te bevelen eerst advies in te winnen bij bijvoorbeeld het NL Octrooicentrum of een octrooigemachtigde. Octrooigemachtigden zullen in de regel bereid zijn in een vrijblijvend gesprek een eerste advies te geven over de haalbaarheid en het nut van octrooibescherming voor je uitvinding.

Octrooigemachtigden zijn ook in staat een kwalitatief goede aanvragen op te stellen. Kwaliteit van de eerste aanvraag is belangrijk en betaalt zich terug in de verdere behandeling van de aanvraag en mogelijke afdwingbaarheid van het verleende octrooi. Om de kosten van de octrooigemachtigden te beperken is het van belang de uitvinding zo goed mogelijk in eigen woorden te beschrijven (wat is bekend, waarin verschilt de uitvinding met het bekende, welk probleem wordt opgelost, waarom doet de uitvinding het beter, voorbeelden van uitvoeringen van de uitvinding). Een octrooigemachtigde moet op basis van een goed uitgewerkt rapport een aanvrage kunnen opstellen vanaf 2000 euro tot 6000 euro afhankelijk van de complexiteit.

Voor de meeste klanten is het raadzaam om eerst een Nederlandse aanvraag in te dienen. Na ca negen maanden zal het NL Octrooicentrum met een opinie komen over octrooieerbaarheid. Indien positief kan besloten worden een PCT aanvraag in te dienen binnen twaalf maanden na de NL indiening. De PCT aanvraag biedt de aanvrager de mogelijkheid de beslissing in welke landen octrooi aan te vragen uit te stellen tot 2,5 jaar na de Nederlandse indiening.

Abcor werkt samen met een onafhankelijk netwerk van specialisten om op deze manier goedkoper en efficienter een aavraag in te dienen. Zo zijn de kosten voor de indiening van een PCT aanvrage vanaf 360 euro. Hier bovenop komen de officiële taksen. De PCT aanvrage wordt ongeveer anderhalf jaar na de Nederlandse indiening gepubliceerd.

Het hebben van een PCT aanvrage is interessant voor investeerders omdat potentieel de aanvraag nog in veel landen kan worden doorgezet. De totale kosten voor de eerste 2,5 jaar zullen zo rond de 8.000-10.000 euro kunnen uitkomen en het is van belang in deze periode de investeerder te vinden. (Michiel Cramwinckel is een Europees en Nederlands octrooigemachtigde)

Octrooibescherming-juridische-vereisten-belang



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?