Nijntje met eendensnavel

In China is er online een rel ontstaan over de schilderijententoonstelling van Feng Feng. Gestileerde konijntjes met een eendenbek die mij sterk doen denken aan Dick Bruna’s Nijntje. De beschuldigingen van plagiaat legt de kunstenaar terzijde, omdat commerciële symbolen tot het publieke domein behoren. Hoe zouden we dit in Europa zien?

 

Werken van beeldende kunst zijn auteursrechtelijk beschermd. De werktoets hiervoor is dat het moet gaan om een intellectuele schepping van de auteur (dat er creatieve keuzes zijn gemaakt). Op de vraag of dit plagiaat is, kijk je of kenmerkende beschermde aspecten zijn overgenomen. Het gaat in de totaalindruk of er voldoende afstand is genomen van het oorspronkelijke werk of dat het gaat om ontlening. Hier is geen sprake van ‘inspiratie’, dit is naar mijn mening gewoon plagiaat.

Dan rest er nog maar één ontsnappingsroute, die van de parodie exceptie. Het Europese Hof heeft bepaald dat het moet gaan om een duidelijk verschil met het oorspronkelijke werk en dat het werk humoristisch/spottend moet zijn. Nijntje is eerder tegen een parodieverweer aangelopen bij het Hof in Amsterdam. Die oordeelde toen dat een coke-snuivende Nijntje wel mocht. Dat was duidelijk een parodie door het grote contrast met Nijntje, de prikkelende teksten en omdat het geheel de lachlust opwekte. De humor ontgaat mij dit keer (dus ook daar zou de Chinese kunstenaar in mijn ogen nat gaan), maar misschien ben ik iets te gehecht aan Nijntje. (Bron beeld: Twitter)

auteursrecht



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?