Logo Tokyo 2020 onder vuur

In juni lekte online het nieuwe logo voor de Olympische Spelen in Tokyo in 2020 uit. Het logo is ontworpen door de Japanse designer Kenjiro Sano en gebaseerd op de hoofdletter T (verwijzend naar Tokyo). Naast de aflopende gebogen uiteindes valt de rode stip op, die staat voor een kloppend hart en de Japanse vlag. Voor de Belgische designer Olivier Debie is het nieuwe logo een duidelijke vorm van plagiaat.

In 2011 heeft Debie een vergelijkbaar logo gemaakt voor Théâtre de Liège. Reden voor hem om een rechtszaak aan te spannen tegen het Internationaal Olympisch Comité. Het IOC heeft in een perscommuniqué aangegeven, af te zien van het gebruik. Dit zou los staan van de rechtszaak en het IOC blijft van mening dat de logo’s voldoende verschillen. De designer heeft echter aangegeven zich te hebben laten ‘inspireren’ door andere logo’s. Olivier Debie heeft laten weten de rechtszaak door te zetten.

auteursrecht



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?