eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over merkenrechten

THUISWINKEL KEURMERK vraagt merkbescherming aan voor de diensten in klasse 45 (juridische diensten). De Nederlandse Thuiswinkel Organisatie stelt dat dit inbreuk maakt op haar logo’s, THUISWINKEL.ORG (uit 2001) en THUISWINKEL WAARBORG (uit 2002) Beide merken zijn namelijk ook geregistreerd voor juridische diensten en geschillenbeslechting bij koop op afstand. Eiser stelt dat de merken op elkaar lijken. THUISWINKEL is identiek en WAARBORG en KEURMERK geeft een bepaalde zekerheid aan. Daarnaast genieten de merken een grote bekendheid door het langdurige en intensieve gebruik. Verweerder stelt dat de merken naast elkaar moeten kunnen bestaan omdat de overeenstemmende delen THUISWINKEL, KEURMERK en WAARBORG beschrijvend zijn en de figuratieve delen voldoende van elkaar verschillen. De Benelux autoriteiten zijn het met verweerder eens. THUISWINKEL heeft geen onderscheidend vermogen voor postorder diensten te bestellen vanuit huis. .ORG verwijst naar een top level domeinnaam en heeft geen onderscheidend vermogen. KEURMERK geeft aan dat het een kwaliteitsmerk is en heeft eveneens geen onderscheidend vermogen. Dat geldt eveneens voor het element WAARBORG, dat suggereert eveneens een bepaalde zekerheid. Eiser stelt dat de merken door intensief gebruik onderscheidend vermogen geregen hebben, maar levert daarvoor onvoldoende bewijs aan. Aangezien de woordelementen niet onderscheidend zijn, zijn de beeldelementen dit keer zeer belangrijk. De ingeroepen merken hebben een stip en een gestileerd huisje, het betwiste logo een winkelwagentje met een vinkje. De beeldelementen zijn verschillend, waardoor de totaalindruk niet overeenstemmend is.
Eindoordeel merkenrecht: Geen inbreuk

Uitspraak: BBIE 9 november 2011 – No 2004070 »

Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?