eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over merkenrechten

Gedaagde vraagt bescherming aan voor het logo O.live. Een logo waar op een creatieve manier het woord OLIVE in staat, gecombineerd met een olijfblad. De bescherming wordt aangevraagd voor schoonmaakmiddelen, cosmetica en medische diensten. Eiser gaat maakt hiertegen bezwaar op basis van haar oudere woord- en beeldmerk OLIVE LINES. Zij stelt dat de merken overeenstemmend zijn omdat in beide merken het element OLIVE staat. LINE is niet relevant want dat verwijst naar de serie producten die gemaakt worden. Gedaagde bestrijdt dit. Die stelt dat de merken voldoende verschillen om verwarring te voorkomen. Dat komt juist omdat het element OLIVE puur beschrijvend is voor een van de kenmerken van het product, namelijk de ingrediënten (gemaakt van olijven). Juist de overige beeldelementen en het woord LINE is voldoende om verwarring in de markt te voorkomen. In eerste instantie krijgt gedaagde gelijk, de Europese oppositie wordt afgewezen. Maar in latere instanties krijgt eiser toch gelijk bij het Gerecht. Voor wat de soortgelijkheid betreft de producten zijn deel identiek (cosmetica) en deels enigszins soortgelijk (schoonmaakmiddelen en zeep). Dit komt met name omdat de distributiekanalen vaak verschillend zijn. Voor wat betreft de merken stelt het Gerecht nog eens nadrukkelijk dat bij complexere merken (lees logo’s) zwak onderscheidende elementen soms best wel het dominante deel kunnen vormen. Dit komt dan bijvoorbeeld door het formaat, de positie van bijvoorbeeld een woord in een logo, Dat kan zo’n indruk maken op de consument dat zij hierin wel degelijk een merk herkennen. Dat geldt ook voor deze kwestie. Het woord OLIVE valt direct op. De kleur en de overige grafische elementen hebben een decoratieve functie. LINE zal door de consument gezien worden als beschrijving voor een reeks producten. Zowel OLIVE als LINE spelen een rol bij de beoordeling, kunnen beide niet verwaarloosd worden. De Visuele overeenstemming is daardoor matig, Omdat LINE op het eind staat, is de auditieve overeenstemming groter. Begripsmatig verwijzen beide merken naar olijven waardoor de merken overeenstemmen. Omdat de producten deels identiek zijn en anderzijds enigszins overeenstemmend, zal het element LINE minder opvallen en is de kans op verwarring niet uitgesloten. Inbreuk dus ondanks dat het hier gaat om zwak onderscheidende woordelementen.
Eindoordeel merkenrecht: Wel inbreuk

Uitspraak: Europese Gerecht 22 mei 2012, Zaak T-273/10 »

Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?