eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model? De rechtbank oordeelt dat de ontwerper van kinderfietsen een grote vrijheid heeft bij de vormgeving van fietsen. Het gevolg daarvan is, dat als een andere fiets geen belangrijke verschillen vertoont deze andere fiets bij de geïnformeerde gebruiker snel eenzelfde algemene indruk opwekt (en dan heeft de fiets geen eigen karakter). Het gaat bij de vergelijking tussen het nieuwe model (de AMIGO fietsen van T.O.M.) en een ouder bestaand model (fiets). Om te bewijzen dat een model niet nieuw is, mag je dus niet zoals Prijskiller (gedaagde) stelt, vrolijk gaan mozaïeken. Je kan als gedaagde dus niet aanvoeren dat een model niet nieuw is omdat kenmerken hiervan in allerlei verschillende producten al voorkomen (zie ook uitspraak karen Millen). Als je als ontwerper dus verschillende aspecten uit meerdere modellen voor het eerst samenvoegt tot een nieuw product, dan is dit gewoon een nieuw en geldig ontwerp. Dat is hier het geval met de AMIGO fiets. De AMIGO fiets van eiser wekt wel een andere algemene indruk ten opzichte van de fietsen in het vormgevingserfgoed, het model is dan ook geldig. De AMIGO Magic fiets heeft een ander buizen frame en is daardoor ook nieuw. De fiets kenmerkt zich door de naam MAGIC, ontwerp kettingkast en de accessoires zoals mandje, stuurslingers en poppenzitje. Prijskiller stelt dat de vorm van haar frame anders is (dikker) en dat de tekeningen op andere plekken zijn gepositioneerd. Daarnaast wijst Prijskiller op de andere kleurstelling, echter TOM heeft het model in lijntekening gedaan zodat dit element wegvalt bij de beoordeling. Een aantal overeenkomsten springen in het oog . beide fietsen hebben een vrijwel identiek patroon van vlindertjes en bloemetjes. Het patroon is op nagenoeg dezelfde plek op het frame geplaatst. De naam MAGIC staat in hetzelfde lettertype en op dezelfde plaats op de kettingkast. Deze fiets wekt dan ook geen andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker. De ontwerper heeft bij kinderfietsen een grote ontwerpvrijheid en de verschillen die Prijskiller noemt zijn ondergeschikt, weinig in het oog springend. Ook het beroep op de tangwerking door Prijskiller gaat niet op. De rechtsbank overweegt: dat het in deze zaak gaat om modellen die gelijktijdig door T.O.M. zijn gedeponeerd. Deze omstandigheid staat aan het beroep op “tangwerking” in de weg omdat de verschillende modellen in verband met de regels betreffende nieuwheid, eigen karakter en de terme de grâce, geen afbreuk aan elkaars nieuwheid of eigen karakter kunnen dan wel mogen doen en ook niet aan de beschermingsomvang. Met andere woorden, bij gelijktijdige (meervoudige) depots, speelt de “tangwerking” geen rol van betekenis. Deze 2Cycle Magic fietsen wekken geen andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker. De ontwerper heeft bij kinderfietsen een grote ontwerpvrijheid en de verschillen die Prijskiller noemt zijn ondergeschikt, weinig in het oog springend. Inbreuk.
Eindoordeel merkenrecht: Wel inbreuk

Uitspraak: Rechtbank Den Haag 20 april 2022 »

Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?