Redelijk belang gewone mensen - Volkskrant foto - portretrecht

Het moge bekend zijn, BN’ers hebben een verzilverbare populariteit (denk aan de rel met Max Verstappen en Picnic). Maar hoe zit dat met onbekende mensen? In principe zijn foto’s van mensen (niet in opdracht gemaakte portretten) vrij te gebruiken, maar er is een grens. De Hoge raad heeft eerder bepaald dat ook gewone mensen een redelijk belang hebben als hun portret commercieel wordt gebruikt (de discodanser in de IT). Het publiek kan denken dat de persoon daarvoor toestemming heeft gegeven of dat de persoon de campagne steunt. Dat redelijk belang is vaak in strijd met de vrijheid van meningsuiting van een bedrijf (reclame) of een krant. De vraag welk belang prevaleert, staat centraal bij de Schiphol-foto.

De Volkskrant plaatste op de voorpagina een foto van een duidelijk herkenbare man in een auto met daaroverheen de tekst ‘Is Schiphol nog veilig?’. Het artikel gaat over de verscherpte controles op Schiphol en niet over de achtergrond van mensen die gecontroleerd worden. De man op de foto wenst niet te worden geassocieerd met terreur en eist een rectificatie. Uiteindelijk moet het Hof de belangen van beide partijen tegen elkaar afwegen. De kop en de foto dekken niet de lading van het artikel. De foto draagt ook niet bij aan het maatschappelijk debat. Daarom weegt het redelijk belang van de geportretteerde zwaarder dan de persvrijheid van de krant. De foto is onrechtmatig en omdat de privacy is geschonden, wordt er een voorlopige schade toegekend van € 1.500,-. (Bron beeld: de Volkskrant- Guus Dubbelman)

auteursrecht



De laatste artikelen
Franse Sport Code
Wat claimt het IOC?
Ambush Marketing en de Olympische Spelen
Uitgangspunt voor IOC, bedrijven en sponsors
Paris 2024 – Olympische Spelen
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?