Geen BLOOMING theehuis voor Gordon vanwege ouder merk BLOOMING

Bij de lancering van een nieuwe bedrijfsnaam checken bedrijven vaak wel het handelsnaamregister van de KvK om te zien of een naam nog beschikbaar is. Echter dit is niet voldoende. Naast oudere handelsnamen, kunnen namelijk ook oudere merken problemen geven

Op zijn Facebookpagina maakte Gordon midden februari bekend dat hij op 1 mei in Blaricum een koffie- en theehuis gaat openen onder de naam Blooming. Deze zaak is het eerste thee/koffiehuis van een hele keten. Hotel en conferentieoord Blooming in Bergen heeft de naam BLOOMING al veertien jaar geleden als merk geregistreerd voor horecadiensten in de Benelux. Zodra bekend wordt dat Gordon onder exact dezelfde naam een horecaketen wil starten, maakt zij bezwaar. Voor het bedrijf is gebruik door een derde (dus ook Gordon) van dezelfde naam voor vergelijkbare diensten onbespreekbaar. Gordon heeft inmiddels bakzeil gehaald en aangegeven een andere naam te gaan gebruiken voor zijn nieuwe zaak. Maar waar draait het nu allemaal precies om en was dit nu allemaal makkelijk te voorkomen geweest?

Veel ondernemers realiseren zich, dat zij het register bij de Kamer van Koophandel moeten checken, om te zien of een nieuwe bedrijfsnaam gebruikt kan worden. Dat is verstandig, want het handelsnaamrecht geeft bestaande bedrijven bepaalde rechten. Zo kan een ouder bedrijf succesvol bezwaar maken tegen een nieuw bedrijf die een vrijwel vergelijkbare naam gebruikt om dezelfde diensten aan te bieden in dezelfde regio. De vraag is natuurlijk: hoe breed is die regio? Met een website maakt een bedrijf namelijk al snel promotie in heel Nederland. Hoe ver reiken die handelsnaamrechten dan?

Voor horecaondernemingen zijn die rechten in het algemeen beperkt tot eigenlijk de directe vestigingsplaats (en de directe omgeving). De reden hiervan is simpel. Horecadiensten worden namelijk locaal afgenomen. Ook al is er een website, de thee (of andere drank) komt niet uit een computerscherm. Die is alleen in de horecabestemming aan de bar te bestellen. Dit is vaak anders bij (sterren)restaurants die landelijke bekendheid genieten en zelfs ook landelijke media gebruiken om zich te promoten.

Veel (horeca)bedrijven willen niet dat de bedrijfsnaam door een concurrent wordt gebruikt, ook al is het bedrijf elders in Nederland gevestigd. Omdat het handelsnaamrecht hiervoor niet voldoende bescherming biedt, laten veel bedrijven daarom de bedrijfsnaam als merk registreren, net zoals hotel en conferentieoord Blooming in Bergen. Een merk geeft een monopolie op het gebruik van die naam, maar alleen voor die diensten waarvoor bescherming geclaimd wordt. Dit monopolie op de naam is niet lokaal maar geldt voor de gehele Benelux. Dat de nieuwe theezaak van Gordon in Blaricum staat (zo’n zeventig kilometer van Bergen), is dan opeens niet meer relevant.

Had Gordon de problemen kunnen voorkomen? Ja, met een hele simpele check in het merkenregister had hij direct kunnen zien dat de naam BLOOMING al in 2001 geregistreerd is voor horeca diensten. Maar misschien kwam de rel Gordon wel goed uit, iedereen weet namelijk nu wel van zijn horecaplannen. Voor ondernemers: voorkom problemen en check bij de lancering van een nieuw bedrijf (of naamswijziging van een bedrijf) niet alleen het register van de Kamer van Koophandel maar ook het merkenregister of een naam wel beschikbaar is.

handelsnamen



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?