vergoeding Kawasaki-insurance.nl

Vaak vergeten bedrijven in samenwerkingsovereenkomsten een aparte clausule op te nemen over het gebruik van de merken. Mag een distributeur bijvoorbeeld domeinnamen of social media accounts registreren waarin het merk voorkomt? Moeten die dan gratis en direct worden overgedragen als partijen uit elkaar gaan? Dat is voer voor problemen.  

 

In 2017 sluit Kawasaki Motors een mondelinge overeenkomst met een derde partij. Die partij gaat verzekeringen aanbieden aan eigenaren van Kawasaki-motoren. In het kader van samenwerking mag het bedrijf het merk gebruiken, domeinnamen registreren (waarin het merk voorkomt) en gebruiken.

In 2022 besluit Kawasaki de samenwerking te beëindigen. Gebruiker gaat daarmee akkoord. Daarna ontstaat er een discussie over de overdacht van de domeinnaam en de vergoeding die verweerder wil krijgen. Ondertussen blijft de domeinnaam <kawasaki-insurance.nl> actief en kunnen Kawasaki motorrijders daar een verzekering afsluiten.


Alles draait in deze WIPO-procedure om de vraag of verweerder een eigen belang heeft. Door de opzegging van de samenwerking heeft verweerder geen recht meer op het gebruik van het merk. Het niet overdragen van de domeinnaam wordt als pressiemiddel gebruikt om een vergoeding te ontvangen. Dat is geen legitiem. Gebruik na beëindiging van de overeenkomst is gebruik te kwader trouw.

Conclusie: overdracht van de domeinnaam. Als verweerder alsnog een vergoeding wil, dan moet hij de beslissing maar aanvechten bij de burgerlijke rechter. Die kan dit dan meenemen in zijn oordeel.

internet-online-branding



De laatste artikelen
Belang merkregistratie logo
Lego poppetje geldig vormmerk
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?