Formule 1, verwording tot soortnaam - de nachtmerrie van iedere merkenjurist

Marketing en reclame mensen vinden het vaak prachtig als het merk als een benaming in de branche wordt gebruikt. Vooral als het uniek product is, want dan ziet iedereen direct om welk product het gaat. Het gebruik van de soortnaam wordt gezien als een soort eerbetoon aan de producent. Echter dat soortnaamgebruik heeft wel een hele nare keerzijde. Die wordt schitterend weergegeven in de meest recente uitspraak over de toelaatbaarheid van de term FORMULE 1 en de gevolgen van niet juist merkgebruik (namelijk het verlies van je rechten).

In de Formule 1 gaat veel, heel veel geld om. Het is een evenement dat vele mensen wereldwijd kluistert aan de beeldbuis. Vanwege de grote financiële belangen en omdat de tekens volop gelicenseerd worden, heeft de organisatie haar merken geregistreerd om aanhakend gebruik/misbruik te voorkomen. Niet alleen het logo is beschermd maar ook de letter combinatie F1 en de term FORMULE 1. In principe is dit heel slim want een woordmerk geeft een veel bredere bescherming dan een logo. Echter je moet een woordmerk natuurlijk wel correct gebruiken, anders wordt het waardeloos/ verliest het al zijn kracht.

 

Het teken FORMULE 1 (en de afkorting F1) wordt door Formula One Licensing gebruikt voor een speciale soort autorace, namelijk de Formule 1 races. Formula One Licensing noemt de races ook gewoon formule 1 races. Het gevolg hiervan is, dat het merk daardoor een soortnaam is geworden om het type autorace aan te duiden. Als je een merk gaat gebruiken voor een nieuw product/ evenement, zorg er dan voor dat je naast de merknaam ook een speciale naam hebt om de activiteit te beschrijven (bijvoorbeeld superautoraces). Dat is hier dus niet gedaan. Mogelijk dacht men dat dit niet nodig was, omdat er is maar een aanbieder is.

 

Dat klopt natuurlijk allemaal, maar dan vergeet je wel dat er nog zoiets bestaat als aanhakend gebruik. Als een evenement populair is, dan zullen andere partijen proberen mee te liften op die bekendheid. Zo ook hier. Gloabl Sports Media heeft namelijk het logo F1- LIVE geregistreerd voor tijdschriften, uitzendingen betrekking hebbend op de Formule 1 races.

 

Met die merkaanvraag (en activiteiten waar ze zelf geen geld meer verdienen) waren de organisatoren van de Formule 1 races niet blij. Er werd bezwaar ingediend tegen de aanvraag. Omdat de merken al oud waren moest er  wel gebruik aangetoond worden. Toen bleek dat de organisatoren eigenlijk alleen het logo veelvuldig gebruiken als merk en de term F1 en FORMULE 1 als pure soortnaam. Er bestaat zelfs geen passend ander woord om de races te beschrijven. Het gevolg is dat het publiek de naam FORMULE 1 daardoor niet meer als merk ziet, maar puur als beschrijving van het evenement. Alleen het logo heeft een zelfstandige eigen betekenis gehouden.

 

Het logo dat GlobalSport Media heeft aangevraagd is echter heel anders, verwarring is daarom niet te verwachten. Gevolg, het bezwaar wordt terzijde geschoven. De woordmerken hebben door een niet correct gebruik, alle kracht verloren.

 

Zorg daarom altijd voor een soortnaam als je een nieuw product of evenement introduceert. Gebruik je merk altijd gevolgd door de soortnaam(dus luxaflex raambedekking, de solex bromfiets etc). Voor je het weet gaat je merk als soortnaam functioneren en dat is rampzalig. Neem daarom acties zodra je ziet dat iemand het merk als soortnaam gebruikt (gewoon briefje sturen dat dit niet de bedoeling is omdat het een merk is en dat de soortnaam X is). Als de naam namelijk als soortnaam wordt opgepakt, verliest het al zijn kracht en sta je alsnog met lege handen.

merken



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?