Krokodil niet exclusief voor Lacoste

Lacoste heeft haar krokodil embleem als logo geregistreerd voor kleding. Kan het bedrijf nu ieder gebruik van krokodillen op kleding tegengaan? Deze vraag staat centraal in de rechtszaak die Lacoste heeft aangespannen tegen de Hema. Voorjaar 2018 lanceert de Hema nieuwe grijze hemdjes en onderbroeken met daarop diverse beestjes die lijken op een krokodil. Lacoste eist een verbod. De beestjes lijken op het logo Lacoste. Hema verweert zich met de stelling dat het hier om versiering gaat en dat het publiek hier geen merk in ziet.

De rechter is het met de Hema eens. De kleding is bedekt met een zee van dieren. Bij kinderkleding is het niet ongebruikelijk om kleding te bedrukken met dieren. Gevolg: het publiek ziet in het patroon van krokodillen geen merk. Dit gebruik is puur ter versiering (en is ook geen kielzogvaren). Lacoste overlegt nog een marktonderzoek, maar ook dat wordt terzijde geschoven. De vragen zijn te sturend. De eis wordt daarom geheel afgewezen. Conclusie: gebruik van verschillende dieren als patroon wordt niet snel gezien als merkgebruik van andermans logo.(Bron beeld: rechtspraak.nl-uitspraak)

merken



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?