Hubertus hert van Jägermeister vs silhouet hert

De Les Bordes Golf Club gebruikt als logo een silhouet van de kop van een Hubertus hert. Als hiervoor een Uniemerk wordt aangevraagd, maakt Mast-Jägermeister daartegen bezwaar op basis van haar logo. Dit is ingediend voor een heel breed scala aan identieke producten en diensten. Een merk is de eerste 5 jaar nog niet gebruiksplichtig, dus de merkhouder kan dan een beroep doen op alle waren en diensten waarvoor het merk is aangevraagd, ook al wordt het daarvoor (nog) niet gebruikt.

 

Het EUIPO oordeelt in eerste instantie dat de merken niet overeenstemmend zijn, maar bij de Board of Appeal krijgt Jägermeister gelijk. Jägermeister heeft niet alleen het complete logo laten registreren maar ook alleen de kop van het hert met de cirkel en het kruis. Dat is slim van Jägermeister want op die manier krijgt het bedrijf een sterkere claim op het beeldelement van de hertenkop. Omdat deze procedure gebaseerd is op alleen deze merkregistratie, speelt het woord Jägermeister in deze procedure geen rol.

De silhouet van het aangevraagde hert (van Les Bordes) is vrijwel identiek aan de vorm van de kop van het Hubertus hert en is het dominante deel. De cirkel en het kruis zijn meer decoratief. Ook het woordelement LES BORDES is onvoldoende om de overeenstemming op te heffen.

Omdat het logo van de golfclub voor identieke waren en diensten is aangevraagd, bestaat er kans van verwarring. Het merk wordt daarom geweigerd. Zie hier het belang om de belangrijkste onderscheidende beeldelementen ook als beeldmerk te laten registreren.

merken



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?