Merkbescherming inrichting Apple Flagstore - een zegen of lege dop voor het MKB?

Iedere winkelier zal proberen zijn winkelinrichting een unieke uitstraling te geven. Zo herkent de consument direct het bedrijf door de gebruikte kleuren, displays en  winkelinrichting. Maar is dit unieke design ook te claimen voor een gemiddelde regionale winkel? Daar heb ik dus zeer mijn twijfels over. (Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC kranten.)

Merken komen in allerlei gedaantes voor. Denk daarbij niet alleen aan namen en logo’s, maar ook aan minder gebruikelijke tekens zoals; vormen, kleuren, muziektunes etc. Tekens waarmee bedrijven zich onderscheiden van concurrenten. Logisch dat de meeste bedrijven die tekens dan ook willen beschermen. Het probleem is alleen dat de merkautoriteiten niet erg scheutig zijn in het toekennen van merkrechten als het om ongebruikelijke merken gaat.

Het Europese Hof heeft deze zomer een uitspraak gedaan over de vraag of de winkelinrichting van de Apple flagstores een merk kan zijn. De winkels hebben een unieke transparante look-and-feel door de glazen panelen voorkant, de strakke bruine rechthoekige tafels, de glazen trap en de ingebouwde verlichting. Onderzoek toont aan dat consumenten (in Amerika) de inrichting herkennen als een Apple winkel, zelfs als het merk niet op de gevel staat.

Met het onderzoek in de hand lukt het Apple in Amerika een merkregistratie te krijgen. Het merk is een tekening van een transparante ruimte met bruine tafels. Omdat inmiddels de eerste copycat winkel open ging in China, besluit het bedrijf de bescherming uit te breiden naar het buitenland waaronder vele landen in Europa. Echter niet in alle landen zijn de merkautoriteiten bereid dit merk te accepteren. In Polen en Italië is het geen probleem, maar in de Benelux en Duitsland wel. De Duitse merkautoriteiten leggen de vraag voor aan het Europese Hof of de tekening van een winkelinrichting eigenlijk wel een merk kan zijn.

Het Hof kwam deze zomer met een duidelijk antwoord, ja dat kan. De winkelinrichting moet echter wel onderscheidend zijn. De consument moet aan de inrichting kunnen herkennen van wie de producten of diensten zijn. En de plaatselijke (Duitse) rechter moet dat zelf maar gaan beoordelen. Als de winkelinrichting significant verschilt van wat er normaal te zien is, is dit sneller het geval. Kan de vlag nu uit voor het MKB? Nee, helaas niet. Het criterium (significant verschillen) hebben we vaker gehoord bij ongebruikelijke merken zoals vormen, kleuren etc. Het is een van de belangrijkste redenen voor merkautoriteiten om vrijwel altijd alle ongebruikelijke merken te weigeren. Reden: het design wijkt niet voldoende af van wat er is. Marktonderzoek helpt soms om aan te tonen dat de consument het wel herkent als een merk, alleen geldt dit voor de hele Benelux. In de praktijk moeten de winkels ook herkenbaar zijn voor de gemiddelde Belg/ Luxemburger. Een vrijwel onmogelijke opgave voor een regionale winkelier of nationale retailer.  Dus ook al zijn we wereldberoemd in Nederland, je kan er niets mee. Jammer voor het MKB in ons land. Wat zou voor het voor het MKB toch een zegen zijn als we weer terug gaan naar een nationaal (Nederlands) merk, zodat inburgering veel makkelijker te bewijzen is. Dit is natuurlijk ook een zegen voor ingeburgerde maar beschrijvende titels van TV programma's, magazines , vormmerken etc. Merken die nu allemaal niet in te schrijven zijn, omdat ze te onbekend zijn in Vlaanderen, maar waardoor de concurrent wel lekker kan aanhaken bij de zorgvuldig opgebouwde goodwill. Zie hier een van de zeer grote negatieve gevolgen van een Benelux merk. Mocht een  bedrijf toch buiten Nederland actief zijn, dan is daar altijd nog een Europees merk om direct dekking te krijgen in alle EU lidstaten.

De uitspraak is eigenlijk alleen interessant voor grote wereldwijde concerns zoals McDonalds. Zij kunnen namelijk wel aantonen dat ze winkels hebben in België en Luxemburg. Voor de meeste retailers is het niets meer dan een lege huls. Er is echter gelukkig wel een alternatief, namelijk bescherming van de look-and-feel via een Europees Model. De kosten zijn vrijwel net zo hoog en met een Europees model wordt direct bescherming gekregen in alle staten van de EU. Nadeel een merkrecht kan eeuwigdurend zijn. De bescherming van een model verloopt na 25 jaar. Maar dat laatste is een minder groot probleem want grote kans dat tegen die tijd de winkelinrichting aan herziening toe is.

merken



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?