Nike stopt Max

Als Max Verstappen het merk MAX 1 aanvraagt voor kleding, maakt Nike daartegen bezwaar op basis van haar merk AIR MAX. In de oppositieprocedure wint Nike. Helaas is Max Verstappen niet in beroep gegaan daartegen. Dat is jammer, want op de uitspraak is het nodige af te dingen.

 

Max stelt dat zijn merk op zijn Nederlands wordt uitgesproken (iedereen kent namelijk zijn jongensnaam), dus als MAX EEN (het cijfer verwijst naar zijn startpositie in de Formule 1). Juist door de combinatie met het cijfer 1 verwijst het merk naar zijn persoon. Het merk Air Max bestaat uit Engelse woorden. Het wordt uitgesproken als AIR MEX. Dat klinkt niet alleen totaal anders, ook conceptueel is het totaal anders.

Het BBIE is het daar niet mee eens. Beide merken zullen deels in de Benelux op zijn Engels worden uitgesproken en het publiek kan denken dat Max 1 een sub-merk is van Nike. Waarom? Simpel, omdat volgens het BBIE de naam Max 1 (nog) niet synoniem is/staat voor Max Verstappen op pole position.

Het BBIE volgt de redenatie van Nike dat Max gezien wordt als een afkorting voor maximaal en dat de bekendheid van Max geen rol speelt. Juist op dat conceptuele stuk is veel af te dingen, want het gaat hier juist om de combinatie van Max met het cijfer 1. In mijn ogen had het kwartje net zo makkelijk de andere kant op kunnen vallen. Juist vanwege de bekendheid van Max Verstappen in de Formule 1 op pole position.

merken



De laatste artikelen
Bad Spaniel’s parodie of merkinbreuk
Nijntje’s seksspeeltjes
Monique Granneman partner bij Abcor
MK Michael Kors – doorhaling overeenstemmend merk
vergoeding Kawasaki-insurance.nl
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?