Slagzinregistratie via GVR register als noodsprong??

Campagnes zijn vaak gebouwd rond een thema waarbij slagzin als pay-off werkt. Kapitalen worden in de markt gepompt om op die manier een eigen plek te bemachtigen. Bescherming van slagzinnen via het merkenrecht blijft vooral in de Benelux een probleem omdat de BBIE vrijwel alle slagzinnen weigert. Kans op succes is Europa is groter, maar als alternatief is er altijd nog het GVR register. In de praktijk blijkt de rechter belang te hechten aan een inschrijving en het GVR accepteert veel eerder inschrijvingen.

Naast bescherming als merk kan een slagzin ook ingeschreven worden in het register van het GVR (Genootschap voor Reclame). Dit is geen juridisch register, maar er gaat wel een grote preventieve werking van uit. Registratie als merk is in de praktijk erg moeilijk. De slagzin moet meer zijn dan een gewone zin, een wervende kreet, een kwaliteitsaanduiding of een aansporing tot het kopen van het product.

Als de slagzin een aanprijzing is dan zal het publiek de slogan vaak niet zien als onderscheidingteken van een bepaalde onderneming maar veel meer als een oproep om het product te kopen.

 

In praktijk komt het er op neer dat het heel erg moeilijk is in de Benelux om een slagzin (zonder de naam van de merkfabrikant erin) als merk geregistreerd te krijgen. Omdie reden kiezen veel bedrijven voor een registratie in dit register omdat de drempel hiervoor veel lager is. De GVR/Slagzinnencommissie beoordeelt namelijk niet op creativiteit, maar op uniekheid in relatie tot product en uiting. Ter indicatie hierbij een aantal van de dit jaar goed gekeurde slagzinnen

-          The story of Amsterdam, your entry to the city ( adverteerder: A

merken



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?