Strenger beleid beeldmerken OHIM - geen onderscheidend vermogen

De wet heeft bepaald, dat niet ieder merk zomaar kan worden geregistreerd. Als een merk puur het product beschrijft, dan weigeren de merkautoriteiten zo’n merk in te schrijven. Het woord E-BIKE voor elektrische fietsen wordt om die reden geweigerd. Vaak is het dan wel mogelijk dit merk te registreren in de vorm van een logo. Alleen niet ieder logo wordt geaccepteerd. Echter, waar de grenzen lagen, was onduidelijk. Om die reden is het OHIM nu gekomen met een nieuwe interne richtlijn, die toch iets strenger is dan het beleid van de afgelopen jaren.

Net zoals voorheen is gebruik van een algemeen bekend lettertype (zoals Helvetica) niet voldoende. De combinatie van een beschrijvend woord met een simpele grafische vorm (een lijn of een rondje) is ook te weinig. Tegenwoordig is het ook niet meer voldoende als (1) het beeldelement te klein is, of (2) als deze elementen (zoals in etiketten) veel gebruikt worden, of (3) als de afbeelding een weergave is van de waren en diensten. Vooral dit laatste punt baart zorgen, omdat dit niet alleen van toepassing is op fotografische beelden, maar ook op tekeningen en gestileerde beelden. De vraag of het nieuwe beleid om sterk gestileerde pictogrammen te weigeren wel terecht is, is een vraag voor het Europese Hof (maar dat zal wel weer een aantal jaren duren eer hier duidelijkheid over is). Het lijkt er gelukkig op, dat het BBIE een iets liberaler standpunt hierover inneemt.

merken



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?