Valse hoop beschrijvend merk

Vanuit marketingoogpunt is het aantrekkelijk om bij een nieuw merk een woord te gebruiken wat direct de lading dekt. Met zo’n beschrijvend merk weet de consument direct waar het product voor staat. Nadeel is dat de autoriteiten een merk weigeren als het beschrijvend is. Soms lukt het toch zo’n merk in te schrijven, maar hoe hard kan je daarop vertrouwen bij een inbreuk?

 

Sinds 2009 verhuurt eiser afvalcontainers onder de naam BOUWBAKKKIE. In het verleden waren de autoriteiten iets minder streng in de beoordeling of zij een merk moesten weigeren omdat dit beschrijvend is. Dat is hier ook het geval, het merk BOUWBAKKIE is als woordmerk ingeschreven in de Benelux en de Europese Unie.

Als gedaagde opslagcontainers gaat verhuren onder de naam OPSLAGBAKKIE maakt eiser daartegen bezwaar. De merken lijken teveel op elkaar. Er volgt een rechtszaak waarbij verweerder een tegenclaim indient, namelijk de merken waarop eiser zich beroept zijn beschrijvend, dus die moeten doorgehaald worden.

De rechter gaat daarin mee. De woorden BAKKIE en het voorvoegsel BOUW zijn algemene gangbare woorden. De verkleining BAKKIE is niet ongebruikelijk en geeft het merk geen onderscheidend vermogen.

Eiser stelt dat de merken zijn ingeburgerd, maar daarvoor is ook te weinig bewijs overlegt. Gevolg, het gevraagde verbod wordt afgewezen, maar erger de merken die in stelling zijn gebracht worden doorgehaald. Wijze les, kies bij branding van een nieuw merk niet voor een beschrijvend merk, maar liever voor een fictief of anders een suggestief merk.

merken



De laatste artikelen
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Franse Sport Code
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?