Merchandising Amsterdam University - onderscheidend vermogen merken

Het Benelux merkenbureau mag een merk weigeren als zij vindt dat dit beschrijvend is. Tegen dit besluit kon bezwaar worden gemaakt bij het Benelux Gerechtshof. De afgelopen tien jaar heeft het Hof in Den Haag vrijwel altijd de lijn gevolgd van het BBIE, maar bij haar laatste besluit (december 2018) krijgt het BBIE opeens niet gelijk. Een hoopvol teken voor de toekomst?

De UvA (Universiteit van Amsterdam) vraagt in 2016 bescherming aan voor het woordmerk AMSTERDAM UNIVERSITY. Het merk wordt door de Benelux autoriteiten niet alleen geweigerd voor onderwijsdiensten, maar ook voor alle merchandise artikelen (zoals mokken, truien etc.). Deze artikelen kunnen namelijk afkomstig zijn van de UvA. De UvA kan deze artikelen schenken of verkopen in een souvenirshop. Het Hof is het hier deels niet mee eens. In een eerder arrest over kasteel Neuschwanstein heeft het Europese Hof een oordeel moeten vellen over merkgebruik voor souvenirs. Door een merk op souvenirs aan te brengen, wordt dat product niet opeens beschrijvend. Gevolg: het merk is niet geldig voor diensten van een universiteit, maar wel voor merchandise artikelen. Voor organisaties die actief aan merchandising doen (zoals citymarketing organisaties) een geschenk uit de hemel.  (Bron beeld: Moon)

merkregistratie



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?