Het belang van beeldelementen in logo’s bij kledingmerken. Nieuwe lijn in de rechtspraak?

Het Europese Gerecht heeft een leuke en interessante uitspraak gedaan in een kledingzaak. Een uitspraak waarbij groot belang wordt gehecht aan de afbeeldingen in kledingmerken. Werd er voorheen toch vaak nog gekeken naar het woordelement, daar lijkt nu een flinke nuancering op te komen. Hopelijk wordt dit signaal zowel door de rechter als door de Benelux merkautoriteiten opgevolgd.

Het Gerecht heeft een eerdere beslissing over overeenstemming terug gefloten. Wat is de zaak. Als het merk GOTHA wordt aangevraagd voor leer en kleding stelt Perry Ellis International Group Holding hiertegen oppositie in gebaseerd op haar oudere Europese merk GOTCHA. Een logo van een roos, waarbij de naam de blaadjes en de T de stengel van de roos vormen.

De producten zijn identiek en woord bijna ook, dus kat in het bakkie dacht men. Bij het OHIM kreeg men dan ook gelijk, net zoals bij de Board echter bij het Gerecht gaat het fout. Die oordeelt dat de merken voldoende van elkaar verschillen en dan met name door het gebruik van het logo.

De roos in het logo is hier duidelijk herkenbaar, waarbij de stengel van de roos gevormd wordt door de letter T. Belangrijker is echter de opmerking dat in de kleding industrie de visuele beoordeling erg belangrijk is waarbij afbeeldingen een (meer dan) belangrijke rol spelen dan de uitspraak van een merk.

Ook begripsmatig is er een belangrijk verschil. GOTCHA komt van het Engelse ‘GOT YOU’, en GOTHA is een stad in Duitsland (maar betekent ook elite in Frankrijk en Italië). Daarnaast worden de woorden gewoon verschillend uitgesproken. Deze verschillen waren voldoende om mogelijke overeenstemming tussen de tekens op te heffen.

Het bijzondere van deze zaak is, dat ook in de Benelux eigenlijk erg weinig waarde wordt gehecht aan de functie van afbeeldingen in merken. Dat is niet alleen in rechtszaken het geval, ook de Benelux autoriteiten hanteren vaak die stelling. Grote waarde wordt gehecht aan de woordelementen en dat blijf ik toch bijzonder vinden. Natuurlijk werd er wel eens wat meer belang gehecht aan een logo, maar dan toch vooral bij heel beschrijvende merken. Nu eindelijk dus een zaak waar de merken niet beschrijvend zijn, maar deze verschillen wel gewicht in de schaal leggen. Laten we hopen dat nu de rechter en de autoriteiten ook wat meer belang gaan hechten aan beelden in merken.(Het belang van visuele elementen mag namelijk evident zijn; een kind van 3 jaar herkent namelijk wel de ster/ logo van een Mercedes Benz maar kan de naam echt niet lezen.)

merkregistratie



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?