Herdepot Monopoly te kwader trouw

Na vijf jaar is een merk gebruiksplichtig. Omdat bewijs van gebruik soms moeilijk te verzamelen is (zie BigMac –Abcors ABC-tje nr. 35), laten bedrijven iedere vijf jaar hun belangrijkste merken opnieuw registreren (een zogenaamd herdepot). De vraag is lang geweest of dit wel mocht. Met een herdepot wordt namelijk op een kunstmatige manier de termijn verlengd om onder de gebruiksplicht uit te komen. Omdat het begrip kwader trouw niet verder is uitgewerkt in de EU merkenrichtlijn, zal de rechtspraak hier steeds uitsluitsel over moeten geven.

Hasbro heeft drie keer het merk MONOPOLY laten registreren in de Europese Unie. Daarbij is steeds een (iets) andere warenlijst gebruikt. De oudere registraties zijn steeds vernieuwd. De Board of Appeal heeft nu beslist dat dit deels te kwader trouw is. Het is niet de bedoeling om met een herdepot onder de gebruiksplicht uit te komen door voor wat extra nieuwe producten ook bescherming te vragen. In de procedure geeft merkhouder ook geen redenen aan waarom zij steeds de merken opnieuw aanvraagt en alle registraties in stand houdt. Voor de waren die hetzelfde of soortgelijk zijn, is het merk daarom te kwader trouw aangevraagd en wordt het daarvoor doorgehaald.

Pijnlijk, want merkhouders kunnen niet langer vertrouwen op een herdepot om onder de gebruikseis uit te komen. Zeker nadelig voor de farmacie, waar vaak na vijf jaar een product nog in de ontwikkelingsfase zit (of in de klinische studies). Echter het lijkt erop dat de soep niet altijd even heet gegeten wordt. Mochten er bijkomende omstandigheden zijn waarom een herdepot noodzakelijk is, dan is dat mogelijk toch een reden om wel een geldig herdepot te doen.

merkregistratie



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?