Jan Smit – standaard hoofd?

Jan Smit heeft in 2015 een foto van zijn gezicht als Europees merk ingediend. Het merk is aangevraagd voor optredens, audiovisuele dragers, maar vooral voor merchandise artikelen zoals kleding en dekbedden. Een handige manier om op een makkelijke wijze niet geautoriseerde verkoop aan te pakken/ te laten verwijderen. Maar wat doet het EUIPO na ruim 8 jaar?

 

Na 8 jaar dubben, besluit het EUIPO het merk toch te weigeren, omdat het gezicht van Jan geen onderscheidend vermogen heeft. Het is een natuurgetrouwe weergave van het gezicht van een man en vertoont geen bijzondere kenmerken (zoals de kuif van Donald Trump of de grote neus van Barbra Streisand). De gemiddelde consument in de Europese Unie ziet in de afbeelding niets meer dan een standaard gezicht van een man.

Jan Smit is het daar niet mee eens en heeft inmiddels beroep aangetekend tegen de beslissing. Gelukkig, want de Board of Appeal heeft in de afgelopen maanden diverse keren het Europese Merkenbureau teruggefloten in vergelijkbare zaken over portretmerken.

Net zoals een naam of voornaam is de weergave van een gezicht een identificatie van een persoon, waarbij de persoon zich onderscheidt van andere personen. Een portret kan dus wel degelijk als merk worden geregistreerd. Hopelijk hoeft Jan niet weer 8 jaar te wachten. (Bron beeld; EUIPO online merkenregister.)

merkregistratie



De laatste artikelen
Belang merkregistratie logo
Lego poppetje geldig vormmerk
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?