Meshandvatten geldige EU-merken - Yoshida anti-slip mes wel of niet geldig vormmerk

De (keuken)messen van Yoshida zijn zeer herkenbaar aan de handvatten. Het handvat heeft een patroon van kleine zwarte stippen, die bij nader inzien kleine deukjes zijn. Om haar rechten op de messen te beschermen, zijn er zowel patenten als Europese merken geregistreerd.De Europese merkregistraties worden aangevallen, omdat het gestippelde patroon een antislip structuur is. De structuur is om te voorkomen dat het mes niet uit je handen glijdt en geen design. Bovendien kunnen vormen die een technisch effect beogen, geen merk zijn. Als bewijs worden de patenten overlegd en de echte messen.

In eerste instantie wordt de eis toegewezen. Het Europese Gerecht grijpt echter in en stelt dat het toch geldige merken zijn. Dat het merk als beeldmerk is ingediend in plaats van als vormmerk, is niet relevant. Van belang is de afbeelding in de aanvraag, zoals het handvat geregistreerd is en niet het echte mes.

In de afbeelding zijn alleen zwarte stippen te zien. Het Gerecht stelt dat het OHIM dit ten onrechte ziet als een antislip structuur. Nergens blijkt namelijk uit het depot dat de zwarte stippen holle inkepingen zijn. Er is ook geen extra beschrijving waarin dit staat. Er is dus niet gekeken naar het merk zoals het is ingediend. De merken zijn daarom toch geldig. Om die reden is het soms verstandiger om bij een merkregistratie een gestileerde afbeelding in te dienen in plaats van een foto.

Over deze messen volgen nog vele rechtszaken. Uiteindelijk bepaald het Gerecht dat het vormmerk niet geldig is. Het teken bestaat uitsluitend uit de vorm van de waar die noodzakelijk is voor de technische uitkomst. Een vorm van anti-slip technische oplossing voor het handvat van een mes, waardoor mogelijke concurrenten te zeer worden beperkt in het op de markt brengen van een anti-slip oplossing (Zie uitspraak Gerecht EU dd 21 mei 2015)

merkregistratie



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?