Probleem (semi)beschrijvende merken

Vanuit marketing oogpunt is het aantrekkelijk om een semi-beschrijvende naam te gebruiken. Met zo’n merk is het voor de consument namelijk direct duidelijk wat de voordelen zijn van het product. Het nadeel is wel dat een beschrijvende naam niet als merk geclaimd kan worden en je daarom als bedrijf geen monopolie krijgt op het gebruik van de naam. Alleen wanneer is een naam nu beschrijvend? Waar ligt de grens?

 

Henkel maakt bezwaar tegen de registratie van het merk GOODBYE YELLOW voor haar- en huidverzorgingsproducten. Henkel had eerder een poging gedaan haar eigen merk GOOD BYE YELLOW (Schwarzkopf) te registreren, maar dat was geweigerd door de Europese merkautoriteiten.

De Benelux autoriteiten stellen dat het merk inderdaad nietig is (het merk beschrijft een kenmerk van het product). Goodbye is een gangbare uitdrukking om ergens afscheid van te nemen. In dit geval van verouderd geel haar, tanden, huid en nagels.

Het Benelux Gerechtshof houdt dit besluit in stand. Het relevante publiek zal direct begrijpen (in relatie tot de waren waarvoor het merk is aangevraagd) wat het doel/de bestemming is van dit product.

Een merk is dus beschrijvend als de doelgroep onmiddellijk en expliciet begrijpt waarvoor een product dient. Dus zonder dat een extra verklarende zin nodig is om dit uit te leggen. Kies daarom als bedrijf voor een merk waarbij de consument wat stapjes moet maken om dit te begrijpen, dan kan het merk ook geclaimd worden.

merkregistratie



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?