De Renault Zoé – is je eigen naam niet langer heilig? Familienamen en merkenrecht.

Renault heeft haar nieuwe elektrische auto de Renault Zoé gedoopt. Een leuke fictieve, niet beschrijvende naam, maar die toch menig Française de stuipen op het lijf heeft gejaagd. Zoé is namelijk in Frankrijk een niet ongebruikelijke meisjes naam van ruim 35.000 Françaises. Twee van deze meisjes dragen ook nog de achternaam Renault, reden voor een rechtszaak tegen Renault.

Volgens de advocaat van de beide dames Zoé Renault, zouden zij het mikpunt van spot worden. De dames zouden opmerkingen naar hun hoofd krijgen als: “Heeft Zoé vandaag niet een grote beurt nodig”, “Mag ik de airbags zien” of  “Zal ik je bumper even oppoetsen”. In deze zaak beriepen de eisers zich ook op een nieuw soort eigen recht,  namelijk dat voornamen van mensen zijn. Dit zou een soort algemeen superrecht zijn dat boven het merkenrecht uit zou stijgen.

De Franse rechter ging hier natuurlijk niet mee akkoord. Geheel absurd was deze redenatie niet. In het verleden zijn er landen geweest (o.a. Angelsaksische) waar het moeilijk was om familienamen als merk geregistreerd te krijgen. De merkenautoriteiten checkte dan altijd het telefoonboek en kwam een naam vaak voor, dan kon je een flinke procedure starten om die alsnog in geschreven te krijgen.

Tegenwoordig is die eis vaak vervallen. Familienamen zijn dan ook niet ongebruikelijk als herkomstteken en de enige manier om een monopolie op deze naam te krijgen is door de naam als merk te laten vastleggen. Zo kennen wij in Nederland diverse bekende familienamen als sterke merken zoals PHILIPS en VROOM&DREESMAN.

De rechten ontstaan dus door een registratie en niet uit zichzelf. Juist om die reden registreren bekende artiesten en Nederlanders vaak hun naam te gelden te maken en om ambushing en meeliften op de bekendheid van deze artiesten te voorkomen.

Dat is niet alleen in de Benelux het geval. Zo betoogde Renault in deze rechtszaak dat de naam ZOE wereldwijd al gekoppeld is aan ruim 120 producten en dat duizenden andere producten gewoon een familienaam als merk hebben, waaronder ook 2 andere Renaults, namelijk de Renault Clio en de Megane.

merkregistratie



De laatste artikelen
Valse hoop beschrijvend merk
Social media en de Olympische Spelen
Olympische Spelen en de Officiële sponsors
Characters en pictogrammen
Rule 40 en het Olympisch Handvest
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?