Barbie pakt aanhaker aan

Mattel is al ruim 60 jaar producent van de Barbie modepop. Als Jieyang Defa Industry modelbescherming aanvraagt in de Europese Unie van een vergelijkbaar poppenhoofd, start Mattel daartegen een nietigheidsprocedure. Een model kan alleen beschermd worden als het nieuw is en eigen karakter heeft. Dit model mist eigen karakter (wekt geen andere algemene indruk) gezien de Barbie CEO Sculpture uit 2008.

 

De zaak komt uiteindelijk bij het Gerecht. De wederpartij stelt dat ze de pop wel zo moet vormgeven omdat dit een trend is waar ze niet van kan afwijken. Het moet dus wel een pop zijn met een licht huidskleur, ovaal gezicht et cetera.

Het Gerecht is het daar niet mee eens en stelt dat een ontwerper een pop op vele manieren kan vormgeven. De enige beperking is, dat het om een menselijk figuur moet gaan. Het gedeponeerde model heeft dezelfde lichte huidskleur, ovaal gezicht, licht gebogen bruine wenkbrauwen, blauwe ogen, zwarte wimpers, dunne lippen met kleine glimlach, smalle neus en dezelfde expressie.

Er zijn een paar verschillen, zoals de iets andere vorm van de kale schedel. Bij normaal gebruik wordt het hoofd op een poppenlichaam gezet en krijgt de pop een pruik op. Dan vallen die verschillen weg. De overige kleine verschillen zijn onvoldoende om een andere algemene indruk te geven. Het model mist daardoor inderdaad eigen karakter. Het aangevraagde model is nietig. (Bron beeld: uitspraak.)

modellenrecht



De laatste artikelen
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Run on Nitro
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?