De rotan fietsmanden battle - belang van tijdig modelregistratie

Het belang om het design van een product als modelrecht te claimen wordt in Nederland vaak onderschat. Designers denken vaak dat auteursrechten wel voldoende bescherming geeft. Het ongeregistreerde model geeft natuurlijk wel enige bescherming, alleen is die duur heel beperkt, wat weer nadelig is voor de schadevergoeding. Uit de uitspraak in de kwestie rond de Basil fietsmanden, blijkt maar weer eens hoe belangrijk modelregistraties zijn. (Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC kranten.)

Basil maakt sinds 1976 artikelen voor fietsen waaronder fietsmanden onder het merk Basil. In 2012 wordt er de rotan Basil Denton fietsmand gelanceerd. Deze fietsmanden zijn voor het eerst aan het publiek getoond op de Eurobike fietsbeurs in Friedrichshafen in Duitsland op 30 augustus 2011.

Burgers (een concurrent) brengt fietsmanden op de markt onder het merk New Looxs. Op de Eurobike beurs van 2012 worden er flyers verspreid met een nieuwe rotan fietsmand, de Java New Looxs. Deze fietsmand lijkt verdacht veel op de Basil Denton. Dat is niet geheel toevallig. Een medewerker van Burgers heeft bij de opdracht tot productie een plaatje meegestuurd van de Basil Denton mand als referentie. In een latere mail verzoekt de directeur van Burgers de manden niet exact na te maken: “We would like to change the baskets a little bit so that they are not exactly the same as Basil.” Zo op het eerste gezicht voldoende munitie voor Basil om een procedure te starten, echter er is wel een probleem. Basil heeft nooit de vormgeving geclaimd via het modellenrecht. Alsnog een model registreren kan niet meer (dat kan tot uiterlijk een jaar na de allereerste presentatie van het product aan het publiek). Daarom kan er alleen een beroep gedaan worden op het auteursrecht, het ongeregistreerde model en de slaafse nabootsing.

Er volgen vele procedures, tot zelfde de Hoge Raad aan toe. De auteursrechtelijke claim redt het niet. Het gebruik van (kunstleren)strips, de bevestiging van het slot en de deksel en het gebruik van rotan zijn geen auteursrechtelijke beschermde trekken (te basaal of te functioneel). Voor wat betreft de slaafse nabootsing, daarvoor moet het product wel een eigen plek in de mark hebben. Basil kan dit niet hard maken. Blijft over het ongeregistreerde model, maar die rechten zijn vrij beperkt in omvang (alleen namaken) en duur. De eisen hiervoor zijn, dat de mand nieuw moet zijn (dat wordt niet ontkent door Burgers) en dat de algemene indruk van de Basil manden voldoende verschilt van de algemene indruk van andere manden die al op de markt zijn (het vormgevingserfgoed). De rechter oordeelt dat dit het geval is. De combinatie van de kenmerkende elementen van de fietsmand was in geen enkele bestaande fietsmand terug te vinden. Om inbreuk te maken hoeft de mand niet een-op-een nagemaakt te worden, voldoende is dat bij het namaken gebruik is gemaakt van het oudere model en dat is hier zo gezien de eerder e-mails.

Feest bij Basil? Nee, het ongeregistreerd model geeft namelijk maar drie jaar bescherming, dit in tegenstelling tot een modelregistratie (dat geeft tot 25 jaar bescherming). De schadeclaim is daarom veel kleiner. Met een modelregistratie was Basil veel beter uit geweest. Het geeft niet alleen een langere bescherming (25 jaar) maar ook een bredere (ook tegen manden die geen andere algemene indruk wekken). Claim echter wel tijdig (liefst voor de lancering) deze rechten. Sin Europa is uitstel mogelijk (tot maximaal 12 maanden) maar in veel landen kan dit niet. Wacht men langer (tot bij een conflict) dan staat een bedrijf vaak alsnog met lege handen.

 

modellenrecht



De laatste artikelen
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Run on Nitro
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?