LAMZAC- KAISR het gevecht om The Original lucht ligzak en de grenzen van het modellenrecht

Ieder jaar zijn er weer nieuwe trends. Populaire nieuwe producten die massaal door derden worden nagemaakt als het product aanslaat in de markt. Is de vormgeving te beschermen via het modellenrecht en waar liggen de grenzen? In het gevecht om de Europese markt, wordt eerst stil gestaan bij de vraag of het product niet technisch bepaald is en hoe de rechter dit aspect moet beoordelen. Geheel uit zichzelf geeft de rechter nog wat suggesties waar de grenzen in de bescherming liggen, welke toevoegingen mogelijk voldoende zijn om te spreken van een andere algemene indruk. (Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage (Plus katern) van de HDC-kranten

Iedereen kent het probleem. We gaan een dagje naar het strand of het bos maar om ergens lekker te kunnen zitten, moeten er zware stoelen worden meegenomen. Zo niet, dan ben je veroordeeld om met een badlaken op de harde ondergrond te gaan liggen. In 2010 bedenkt Marijn Oomen hiervoor een oplossing. Een zitzak die in een handomdraai te vullen is met lucht. Plat (leeg) is het een licht en klein pakketje dat simpel is mee te nemen. Door de zak in het rond te zwaaien (lucht scheppen), vult die zich met lucht. Door de opening dicht te vouwen en op te rollen komt de zak onder spanning te staan. Een ideaal product om op te zitten zonder last te hebben van de harde/ rotsige ondergrond.

In 2014 komt Oomen met een vervolg, de LAMZAC Hangout. Een met lucht gevulde chaisse longe. Twee lange buisvormen die bij het hoofdeinde samenkomen in een iets verhoogde punt met in de lengte een smalle diepe spleet om in te liggen. Een briljant idee, maar hoe te beschermen want ideeën zijn vogelvrij? Om op te kunnen reden tegen producten waarvan de vormgeving geen andere algemene indruk geeft, wordt er januari 2015 een Europees Model aangevraagd.

Het succes van het nieuwe product blijft niet onopgemerkt. In maart 2016 wordt er een samenwerking aangegaan met Fatboy (bekend van de grote zitzakken). Echter succes heeft ook een keerzijde. In binnen- en buitenland verschijnen diverse vergelijkbare producten, waaronder de KAISR Original. Met dat bijltje heeft Fatboy eerder gehakt, dus er volgt een kortgeding tegen Massive Air, de producent die de KAISR ligzak in mei wil gaan uitleveren in Europa.

Masive Air stelt dat van inbreukgeen sprake kan zijn. Het product is namelijk vrijwel geheel technisch bepaald is. En laat dat deel nu net zijn uitgesloten van modelbescherming. De ligzak moet lang en stabiel zijn anders kan je er niet op liggen. De Kaiser is op alle overige punten anders. Aan het hoofdeinde zijn er twee hoeken en tevens zijn er zakjes voor een flesopener, mobieltje of een boek in op te bergen.

De rechter is het hier niet geheel mee eens. De ligzak moet wel lang en breed genoeg zijn om op te liggen, maar daarbij kan de ontwerper nog wel een aantal vormvarianten kiezen (hoger of lager model, of een model met een hoofdeinde). Tevens kan door gebruik van stiknaden de ligzak een andere vorm krijgen dan de twee banen nu.
De KAISR heeft dezelfde hoogte, dubbele buisvorm en de diepe spleet in de lengte. De twee hoeken aan het hoofdeinde zijn onvoldoende om een andere algemene indruk te wekken. De rechter geeft een verbod op de geplande verkoop van het product in de Europese Unie.

De woordvoerder van KAISR is niet direct uit het veld geslagen. Slechts een kwart van de omzet komt uit Europa. De productie wordt nu geheel afgezet buiten Europa (of mogelijk in Engeland als zij kiezen voor een Brexit). Daarnaast zal er snel een variant komen voor Europa, want de rechter geeft daarvoor voldoende aanknopingspunten (ander hoofdeinde, formaat, stiknaden/captionering).

Voor bedrijven mogelijk toch een eyeopener. Mocht er bescherming aangevraagd worden voor de vormgeving van een nieuw product, denk dan verder dan de nationale afzetmarkt (Europese Unie). Claim ook direct bescherming in productie landen (zoals China) of grote afzetmarkten (zoals Amerika). Door tijdig de belangrijkste gebieden te claimen, voorkom je dat de inbreukmaker (ook als die verliest) gewoon lekker over de rug van de ontwerper kan blijven cashen, door de producten elders te verkopen.

modellenrecht



De laatste artikelen
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Run on Nitro
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?