Onderkant fietszadel blijft zichtbaar

Om voor modelbescherming in aanmerking te komen, moet een product aan twee eisen voldoen: het moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Als het model onderdeel is van een samengesteld product, dan is er nog een extra eis. Het model moet dan zichtbaar zijn bij normaal gebruik. Maar wat is dat precies? Het Hof geeft uitsluitsel hierover aan de hand van een speciaal patroon van de onderkant van een fietszadel.


Een fiets is een samengesteld product. Een zadel is onderdeel van een fiets, want zonder zadel kun je een fiets niet gebruiken. Gaat het bij normaal gebruik dan om wat je ziet als je het product gebruikt (dus als je aan het fietsen bent)? In dat geval kan het design van de onderkant van een zadel geen model zijn. Als fietser kun je namelijk tijdens het fietsen de onderkant van je zadel niet zien. Of moet je normaal gebruik breder uitleggen?


Het Europese Hof kiest die laatste route. Onder normaal gebruik valt niet alleen het doel van het product (fietsen), maar ook andere gebruik (behalve onderhoud en reparatie). Een fiets stal je namelijk ook in een fietsenrek of je tilt hem op om te vervoeren. Dat valt ook onder normaal gebruik waarbij de onderkant van een zadel wel degelijk zichtbaar is. Een belangrijke uitspraak voor bedrijven om het ontwerp van onderdelen te beschermen als model en voor bedrijven die alternatieven hiervoor aanbieden om meer afstand te nemen van het originele design.

modellenrecht



De laatste artikelen
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Run on Nitro
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?