Hyperlinken op het internet niet altijd zonder gevaar - verborgen bestanden Britt Dekker Playboy fotosessie

Veel bedrijven maken gebruik van hyperlinks naar informatie op het Internet. Mag dat? Vaak is dit geen probleem, maar soms wringt de schoen. Bijna twee jaar nadat GeenStijl hyperlinks plaatste naar de gelekte foto’s van Britt Dekker in de kerstspecial van Playboy 2011, komt het Hof van Amsterdam nu vlak voor kerst 2013 met een helder antwoord. (Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC kranten.)

Playboy (van uitgeverij Sanoma) heeft in haar kerstnummer vrijwel altijd een naaktfotosessie met een bekende Nederlandse. Britt Dekker, van “Echte meisjes in de jungle”, wordt in oktober 2011 hiervoor gefotografeerd. Twee weken na deze fotosessie ontvangt GeenStijl een tip van iemand onder een schuilnaam, dat de foto’s op het internet te vinden zijn. Met een speciale code zijn er elf foto’s te downloaden van een Australische website. (Volgens GeenStijl waren deze bestanden ook te vinden via een andere link en via berichten op Twitter.)

De dag erna publiceert GeenStijl een bericht met een link, met als kop: “Fucking uitgelekt! Naaktfoto’s Britt Dekker”. Via de link zijn de foto’s te downloaden. Sanoma ziet de kerstspecial in rook opgaan en stuurt direct een sommatie. GeenStijl reageert hier niet op, maar de Australische website haalt wel direct de foto’s van de website. Door alle media aandacht zijn de foto’s inmiddels ook te vinden op andere websites. Nog twee keer plaatst GeenStijl een bericht met een link naar de foto’s: “Blote Brit gaat GeenStijl aanklaguh” en “Bye Bye Zwaai Zwaai Playboy”.

In de rechtszaak die volgt, eist Sanoma een uitspraak van de rechter dat het plaatsen van een hyperlink naar geheime informatie een vorm van openbaarmaking is. Dat mag alleen de maker (de fotograaf) doen. Als een ander dat doet zonder zijn toestemming, dan is dit een inbreuk op het auteursrecht. In eerste instantie krijgt Sanoma bij de rechtbank gelijk, maar het Hof corrigeert deze uitspraak.

Het internet is een vrij, open en voor iedereen toegankelijk communicatienetwerk. Degene die het eerst iets plaatst op het internet (moet wel vindbaar zijn), maakt een werk openbaar. Het plaatsen van een hyperlink is hetzelfde als een voetnoot in een boek. Verwijzen naar informatie die al openbaar is gemaakt. Omdat de foto’s door iemand anders op het internet zijn gezet en de foto’s niet geheel onvindbaar waren, maakt die derde inbreuk op de rechten van de fotograaf en niet GeenStijl.

Maar Sanoma stelt dat, mocht het geen auteursrechtinbreuk zijn, het plaatsen van de hyperlink nog steeds onrechtmatig is . Het Hof is het hier mee eens. GeenStijl wist dat de eerdere publicatie van de foto’s onrechtmatig was. Enerzijds omdat de link gekregen was van iemand onder een schuilnaam en anderzijds omdat Sanoma voor de publicatie GeenStijl hierop heeft gewezen. Zonder de berichten en links van GeenStijl, had het publiek de foto’s niet kunnen vinden. Het plaatsen van de hyperlinks en berichten zijn daarom in strijd met de zorgvuldigheid in het maatschappelijk verkeer.

GeenStijl beroept zich nog op vrijheid van informatie (art 10 EVRM), maatschappelijke misstanden die aan de kaak gesteld moeten worden. Dat kan een reden zijn om desondanks wel een link te mogen plaatsen. De rechter stelt dat de hyperlinks alleen de nieuwsgierigheid van het GeenStijlpubliek bevredigt en geen maatschappelijke misstand aan de kaak stelt, dus onrechtmatig. Gevolg: GeenStijl moet de schade voor Sanoma vergoeden. Hyperlinken naar informatie van anderen is dus prima, zolang het maar niet gaat om privé/geheime informatie.

portretrecht



De laatste artikelen
Belang merkregistratie logo
Lego poppetje geldig vormmerk
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?