FNV commercial lachende Mark Rutte, niet ontoelaatbaar en niet in strijd met goede smaak en fatsoen.

De FNV vraagt in haar nieuwe campagne “laat ze niet vallen” aandacht voor de bezuinigingsplannen op de sociale zekerheid, met name de sociale werkplaatsen en op de wet “werken naar vermogen”. In de campagne vertellen mensen met een handicap dat zij bang zijn hun baan te verliezen als gevolg van de bezuinigingen. Deze beelden worden afgewisseld met beelden van een lachende premier Rutte en andere lachende kabinetsleden. Gevolg diverse klachten bij de Reclame Code Commissie.

De klachten komen er in essentie op neer dat de commercial ontoelaatbaar zou zijn omdat die in strijd is met de goede smaak en het fatsoen. De commercial zou de indruk wekken dat de premier en kabinetsleden de getroffenen uitlachen/ lol hebben om de zorgen die worden geuit. Tevens is er geklaagd over een verkeerde beeldvorming van de groep arbeidsgehandicapten. De commercial is misleidend, onwaar, smakeloos en niet proportioneel.

De FNV stelt dat de commercial een onderdeel is van een politieke campagne waarbij een groot contrast is tussen de voice over en de situatie van de gedupeerde personen en de lachende politieke bestuurders. Voor de kijker is het duidelijk dat de beelden gemonteerd zijn en dat er niet werkelijk om de bezuinigingen gelachen wordt. Het publiek zal tevens niet denken dat politic gevoelloos zijn, mede door de woordspeling die gebruikt wordt een hard gelag voor de doelgroep versus het harde lachen van de politici. Gezien de ernstige situatie, rechtvaardigt dit het gebruik. De politici zijn duidelijk in hun functie uitgebeeld en niet in privé persoon.

De Reclame Code Commissie wijst alle klachten af en de FNV wordt volledig in het gelijk gesteld. De manier waarop FNV aandacht vraagt voor de in haar ogen ernstige situatie is niet ontoelaatbaar. De Commissie oordeelt dat het hier duidelijk gaat om gemonteerde beelden en dat Rutte niet lacht om de gehandicapten. Van belang is dat bij uitingen met een politieke lading dit doorgaans overdreven wordt weergegeven en meningen dan sterk kunnen verschillen. De commissie heeft er begrip voor dat de commercial niet door iedereen gewaardeerd kan worden, maar vindt niet dat de FNV in deze commercial te ver gaat. Het uitspreken van de zorgen door de gehandicapten over het nieuwe bezuinigingsbeleid, blijft binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. De commercial mag uitgezonden blijven worden.

De FNV is blij met deze uitspraak. “Wij hebben met opzet gekozen voor een tv-commercial met een heldere, duidelijk zichtbare boodschap. Daarbij is het zo dat er tot voor kort weinig aandacht was voor deze bezuinigingen. Wij wilden meer zichtbaarheid en aandacht voor dit probleem. Deze commercial heeft bijgedragen om de discussie hierover los te maken.” [Novum/Radio.NL]

 

reclamerecht



De laatste artikelen
Lidl logo - reputatieschade
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?