Humor in vergelijkende reclame; Vodafone en Tele2

Vergelijkende reclame mag in Nederland, maar is wel aan bepaalde voorwaarden gebonden. Bedrijven mogen zich niet kleinerend uitlaten over de concurrent. Gebruik van humor om een ander te kijk te zetten, is daarom niet zonder risico. In het verleden oordelen rechters en de reclame code commissie hier heel wisselend over. Zijn de radiocommercials van Vodafone toelaatbaar of denigrerend richting Tele2? (Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC kranten.)

Vodafone is een radiocampagne gestart over het tussentijds aanpassen van het alles- in-een-pakket. In de radiocommercial wordt een telecomaanbieder gebeld. De beller heeft in het kader van het nieuwe jaar een goed voornemen. Hij wil minderen met van alles. Minder spullen, minder koolhydraten, minder vroeg naar bed en omdat hij zijn vaste telefoonlijn minder gebruikt, wil hij die per direct opzeggen. Dat kan natuurlijk volgens de telefoniste, alleen pas wel over een aantal maanden, want zo lang loopt het contract nog door. Verbaast antwoord de beller: “Dus jullie houden mij nog even negen maanden aan …” waar de telefoniste dan “grappig” op in haakt met “het vaste lijntje”. De radiocampagne eindigt met een voice-over die zegt: “Met Vodafone Thuis kun je je abonnement altijd tussentijds aanpassen. Dus als je geen gebruik maakt van je vaste telefoonlijn kan je die op ieder moment kosteloos uit je abonnement halen.”

Tele2 maakt tegen de campagne bezwaar omdat de commercial (o.a.) een ontoelaatbare vorm is van vergelijkende reclame en omdat de campagne zich kleinerend uitlaat over Tele2. Wat het oordeel van de rechter zou worden, stond bij voorbaat niet vast. In het verleden kon niet iedereen de combinatie van humor en vergelijkende reclame waarderen. Zo werd de campagne waarbij Ronald McDonald (boegbeeld van McDonalds) stiekem (en in het geniep) een burger ging kopen bij Burger King door de rechter als denigrerend gezien. Het tegenovergestelde oordeelde de Reclame Code Commissie een aantal jaren later toen het OXXIO mannetje wilde overstappen naar NLEnergie. Op humoristische wijze wordt er aandacht gevestigd dat iedereen wel de mega zomerkorting wil, dus ook het OXXIO mannetje. Die campagne was toelaatbaar en niet kleinerend.

Bij de rechtbank in Amsterdam erkent Vodafone, dat het inderdaad de bedoeling is om in de commercial een vergelijking te maken met het alles-in-een pakket van Tele2. De rechter oordeelt dat de vergelijking juist is die Vodafone maakt. Bij Vodafone is het vaste abonnement per direct op te zeggen, bij Tele2 moet de looptijd van het contract uitgediend worden of moet er een nieuw contract worden afgesloten.

Tele2 stelt daarnaast dat de uiting kleinerend is. In de commercial wordt gesuggereerd dat de telefoniste bellers niet serieus neemt en dat Tele2 een bedrijf is dat haar klanten aan het lijntje houdt. De rechter is het daar niet mee eens. De radiocommercial is namelijk een beetje erg overtrokken. Het is een onrealistische situatie. Zowel de beller als de telefoniste uiten zich op een wijze die zich in de praktijk niet snel zal voordoen. De humoristische insteek en de grappige inhaker van de telefoniste zijn daarom toelaatbaar. De eisen van Tele2 worden afgewezen.

Gelukkig weer eens een positief besluit over toelaatbaar gebruik van humor in vergelijkende reclame. Echter een zwaluw maakt nog geen zomer. De rechter kan ook de andere kant op oordelen, zeker als de spot met de concurrent wordt gedreven in een te negatief daglicht.

reclamerecht



De laatste artikelen
Lidl logo - reputatieschade
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?