Jezus en Maria mogen blijven - campagne in strijd met openbare zeden?

Reclame is een grondrecht dat valt onder de vrijheid van meningsuiting. Echter mag een staat dit recht beperken als de reclame mogelijk kwetsend is voor bepaalde geloofsgroepen? Die vraag speelt bij de campagne van het Letse kledingbedrijf Sekmadienis. Op de affiches staat een afbeelding van een man met de tekst: “Jezus, wat een broek!” , op de ander een vrouw met een kralenketting en de tekst “Maria, wat een jurk!” en op de laatste Jezus en Maria samen met de tekst: “Jezus Maria, wat draag je!”. (Foto’s: Robert Kalinkin)

De katholieke kerk en honderd anderen dienen klachten in tegen de advertenties. De campagne wordt in eerste instantie verboden omdat die in strijd is met openbare zeden. Sekmadienis krijgt een boete van 580 euro, maar het bedrijf gaat tegen dit besluit in beroep bij het Hof voor de Rechten van de Mens. Die oordeelde dat de advertenties niet onnodig aanstootgevend of beledigend zijn en ook niet oproepen tot haat. Bovendien is niet duidelijk beargumenteerd waarom het gebruik van religieuze symbolen in strijd is met de openbare zeden. Het recht van Sekmadienis op vrijheid van meningsuiting wint en de staat moet de boete terug betalen.

reclamerecht



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?