Jezus en Maria mogen blijven - campagne in strijd met openbare zeden?

Reclame is een grondrecht dat valt onder de vrijheid van meningsuiting. Echter mag een staat dit recht beperken als de reclame mogelijk kwetsend is voor bepaalde geloofsgroepen? Die vraag speelt bij de campagne van het Letse kledingbedrijf Sekmadienis. Op de affiches staat een afbeelding van een man met de tekst: “Jezus, wat een broek!” , op de ander een vrouw met een kralenketting en de tekst “Maria, wat een jurk!” en op de laatste Jezus en Maria samen met de tekst: “Jezus Maria, wat draag je!”. (Foto’s: Robert Kalinkin)

De katholieke kerk en honderd anderen dienen klachten in tegen de advertenties. De campagne wordt in eerste instantie verboden omdat die in strijd is met openbare zeden. Sekmadienis krijgt een boete van 580 euro, maar het bedrijf gaat tegen dit besluit in beroep bij het Hof voor de Rechten van de Mens. Die oordeelde dat de advertenties niet onnodig aanstootgevend of beledigend zijn en ook niet oproepen tot haat. Bovendien is niet duidelijk beargumenteerd waarom het gebruik van religieuze symbolen in strijd is met de openbare zeden. Het recht van Sekmadienis op vrijheid van meningsuiting wint en de staat moet de boete terug betalen.

reclamerecht



De laatste artikelen
Lidl logo - reputatieschade
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?