Max Verstappen verliest alsnog in hoger beroep van Picnic

Als introductie van het nieuwe merk Picnic lanceert het bedrijf viraal een parodie op de Jumbo commercials met Max Verstappen. Bekende Nederlanders hebben een verzilverbare populariteit. Om die reden startte Max een procedure hiertegen. De rechtbank gaf Max gelijk en legde een schadevergoeding van € 150.000,- op.

 

Picnic is hiertegen (met succes) in beroep gegaan. Het Hof heeft de eis alsnog afgewezen. Reden: het is overduidelijk dat het hier om een look-a-like gaat. Niemand zal denken dat het hier om Max Verstappen gaat of dat hij dit ondersteunt. Er is een kans dat de zaak naar de Hoge Raad gaat, want bij een portret hoeft het niet persé om de persoon zelf te gaan. Het moet gaan om een herkenbare weergave (dus wij verwachten een vervolg- cassatie bij de Hoge Raad).

Volgens het Hof is daarnaast het gebruik van een look-a-like niet onrechtmatig voor Max (dat is mogelijk anders voor de Jumbo). Reden: Max wordt niet aangetast in zijn eer en goede naam, reputatie, de uiting is niet beledigend en hij lijdt geen schade (want hij kan niet werken voor de concurrent). Voor iedereen is het zonneklaar dat het om een parodie gaat en niemand zal denken dat hij de diensten van Picnic ondersteunt. Gevolg, de eis wordt alsnog afgewezen.

De vrijheid van meningsuiting (om reclame te mogen maken) wint het dit keer. Voor reclamemakers een verbreding om aan te haken bij BN’ers.

reclamerecht



De laatste artikelen
Lidl logo - reputatieschade
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?