Reclame Code Commissie – Suit Supply wel/niet vrouwonvriendelijk – Belgen verbieden deel campagne

Het was er natuurlijk even op wachten, maar inmiddels heeft de Reclame Code Commissie ook een klacht ontvangen in verband met de nieuwe “Shameless”campagne van Suit Supply. Frappant is altijd om te zien dat campagnes in Nederland zelden vrouwonvriendelijk zijn. Ook in deze zaak blijkt maar weer dat we in Nederland de uiterste randjes mogen opzoeken. Daar denken onze Belgische vakbroeders duidelijk anders over.

De nieuwe campagne van Suit Supply is weer spraakmakend en binnen no-time lagen er dan ook drie klachten bij de Reclame Code Commissie (RCC). Kern van deze klachten was dat de reclame uitingen in strijd zouden zijn met de goede smaak, het fatsoen en/of de openbare zeden. De RCC wijst deze klachten ook dit keer weer af.

De Commissie stelt vast dat er verschillend gedacht kan worden of deze reclame voor mannenkleding, die duidelijk seksueel getint is, in het licht van de Reclame Code wel toelaatbaar is. Het (winkelend) publiek kan namelijk op staart onverhoeds met de reclame-uitingen geconfronteerd worden (maar dat is logisch bij een abri campagne). Maar de Commissie vindt toch dat de verwijzing naar seksualiteit in geen van de drie uitingen dusdanig is, dat daarbij de grenzen van goede smaak, fatsoen of goede zeden worden overschreden.

Voor zover de klacht vrouwonvriendelijk zou zijn, overweegt de Commissie dat “de wijze waarop de man en de vrouw in verschillende uitingen zijn afgebeeld, niet getuigt van gebrek aan respect jegens de vrouw”. Hieruit blijkt maar weer hoe subjectief deze uitspraken eigenlijk zijn.

Maar blijkbaar is dit denken geen algemeen gemeengoed geworden. Zo oordeelde onze Belgische vakbroeders over dezelfde campagne dat de beelden niet door de beugel konden. Vier foto’s moesten van de website omdat de foto’s de waardigheid van de vrouw aantasten. De JEP (de Jury voor Ethische Praktijken en inzake Reclame) reageerde hiermee op een klacht van de “Vlaamse Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging”. De JEP vindt dat de vrouwen in de advertenties voor mannenkleding als lustobject worden afgebeeld. Zoals ik al zei, het blijft een subjectieve afweging als het gaat over zaken in het kader van goede smaak, fatsoen en/of openbare zeden.

reclamerecht



De laatste artikelen
Lidl logo - reputatieschade
Normaal merkgebruik op social media
Positiemerk gele stiksels Dr. Martens boots nietig
Merkbescherming in Qatar
Bestrijden greenwashing/milieuclaims in merken
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?