Facebook: wereldwijd verwijderen beledigende boodschappen

De laatste jaren lijken grote social media platforms als Facebook steeds meer te worden gebonden aan regels. Maar in hoeverre zijn dit soort grote internationaal machtige instanties nog te beteugelen? Eva Glaswischnig-Piesczek zit voor de Groenen in het Oostenrijkse parlement. Op Facebook deelt iemand een artikel over het minimum inkomen voor vluchtelingen samen met haar foto. Onder de foto plaatst de persoon diverse commentaren samen met termen als: vieze volksverraadster, corrupte troela en lid van een fascistenpartij. Omdat deze ongefundeerde beschuldigingen beledigend en kwetsend zijn, verzoekt Eva Facebook dit te verwijderen.

Echter, in eerste instantie zonder succes. Na een gerechtelijk bevel zorgt Facebook ervoor dat dit artikel in Oostenrijk niet meer te raadplegen is. Uiteindelijk komt de zaak bij het Europese Hof.

Omdat berichten op social media razendsnel worden verspreid en die verspreiding ook wereldwijd kan gaan, bepaalt het Hof dat Facebook niet alleen dit bericht moet verwijderen, maar ook berichten die vrijwel hetzelfde zijn. In de gerechtelijke uitspraak moet dan wel nauwkeurig omschreven zijn wat er verwijderd moet worden.

Dit is best een vaag begrip. De verwachting is dat Facebook zich er niet zomaar bij zal neerleggen en dat het Hof dit nader zal moeten specificeren. Ook het wereldwijde verbod is terecht, omdat anders het bericht zo weer elders geplaatst kan worden door iemand anders.

social-media

De laatste artikelen
Belang merkregistratie logo
Lego poppetje geldig vormmerk
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz: beschermingsomvang van een verwijzende handelsnaam

Ondernemer A start in 2018 een nieuw bedrijf onder de naam Mobility Next en “myrefurbishedcar.nl”. Beide handelsnamen worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Tevens wordt op 20 september 2018 de domeinnaam vastgelegd. Het bedrijf, gevestigd in Houten, biedt gebruikte, maar nog vrij nieuwe auto’s aan. De kwaliteit van deze middenklasse auto’s is vergelijkbaar met een nieuwe auto. Het gaat om duurdere occasions van net een paar jaar oud. Op 5 maart 2021 wordt de nieuwe website gelanceerd waar het bedrijf zich ook presenteert onder de naam MRCar. Die naam wordt niet ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ondernemer B registreert op 10 mei 2021 de domeinnaam en laat de handelsnaam inschrijven bij de KvK. Dit bedrijf, gevestigd in Berlicum, verkoopt veel oudere, goedkope gebruikte auto’s. Ondernemer A stelt dat ondernemer B met de naam MRCARS inbreuk maakt op haar oudere handelsnaam MRCar. Eis: ondernemer B moet binnen 4 weken ieder gebruik van de naam MRCARS stoppen. Niet alleen de handelsnaam moet wijzigen, ook de website, het briefpapier, reclame, visitekaartjes et cetera. Daarnaast moet ondernemer B alle proceskosten betalen. Ondernemer B betwist dit. Hij stelt dat Ondernemer A geen handelsnaamrechten heeft op de naam MRCar. De naam staat namelijk niet ingeschreven bij de KvK. Op de website presenteert ondernemer A zich onder de naam My Refurbished Car. Daarnaast is de naam MRCar beschrijvend (heeft het weinig tot geen onderscheidend vermogen) en geeft het dus geen bescherming. Gelet op het totaal andere productaanbod (goedkope oude auto’s versus dure vrijwel nieuwe auto’s) en de andere regio (Houten en Berlicum liggen 50 km van elkaar) is er geen kans op verwarring. De eis moet worden afgewezen. Wie krijgt gelijk en waarom?