Vloggloss en Swiss Sense

Een vlog (afkorting voor video weblog) is een videodagboek op internet. Vlogs hebben de afgelopen jaren een ontzettende grote vlucht genomen en zijn daarom aantrekkelijk voor bedrijven om hun producten te promoten. Sommige vlogs zijn gericht op een specifieke branche, zoals bijvoorbeeld mode. Een van de bekendste beautyvloggers (met ca 190.000 volgers) is Mascha Feokistova van Vloggloss. Voor bedrijven kan het super interessant zijn om (positief) genoemd te worden in een vlog. Maar waar ligt de grens? Wanneer is het videoverslag een persoonlijk verhaal en wanneer reclame? Is een bedrijf ook verantwoordelijk voor hoe een vlog wordt vermeld?

In januari gaat Mascha een bed kopen bij de Swiss Sense in Rotterdam. Van dit bezoek maakt zij een uitgebreid videoverslag. Bijna de helft van de tijd (9 minuten) gaat over het kopen van het bed. Hierbij wordt de winkel uitgebreid in beeld gebracht. Drie dagen later koopt Mascha online beddengoed en meldt daarbij dat er een kortingscode kan worden gebruikt. Onder de vlogs van Mascha staat niets over de rol van Swiss Sense.

Een dag later verschijnt op de website van Swiss Sense een artikel dat de vlogger ‘toevallig’ de beddenwinkel heeft bezocht. Daarbij staan twee links naar de bewuste vlogs. Er volgt een klacht bij de Reclame Code Commissie (RCC), tegen alleen Swiss Sense (en niet de vlogger). Deze “sluwe manier van reclame maken” moet bestraft worden.

De klager beroept zich op de Reclamecode Sociale Media (daar vallen vlogs onder). De geloofwaardigheid van de boodschap is beïnvloed omdat er een relatie (verband) is met de adverteerder. Swiss Sense stelt dat Mascha volledig zelfstandig de inhoud van haar vlogs bepaalt. Op die inhoud heeft het bedrijf geen invloed. Dit kan anders zijn als er een relevante relatie is tussen diegene die de uitspraak doet (de vlogger) en de adverteerder. Maar die is hier niet stelt Swiss Sense. Mascha heeft gewoon een bed gekocht en doet daarvan verslag.

Wel heeft het bedrijf later contact met Mascha opgenomen omdat zij op de website van Swiss Sense een link wilde plaatsen naar beide vlogs. Omdat die vlogs auteursrechtelijk beschermd zijn, moest daarover een afspraak worden gemaakt. Mascha heeft daarvoor een korting gekregen op de aanschaf van haar bed. Echter dit staat volledig los van de twee vlogs.

De RCC is het hier niet mee eens. De vlogs hebben een commerciële waarde voor verweerder. Ze zijn geschikt om de verkoop van haar producten te promoten (de links zijn eigenlijk zelfstandige commercials). Dat een vlog een persoonlijke ervaring is en alleen de vlogger hiervan de inhoud bepaalt, is niet doorslaggevend. Van belang is of de adverteerder de uiting heeft gestimuleerd. Dat is hier zo, want Mascha heeft korting gekregen op de aanschaf van haar bed. Deze afspraak is waarschijnlijk gemaakt voor de uitzending van de eerste vlog en kan daarom van invloed zijn geweest op de toon van het verslag. Voordelen (in geld of natura) dienen uitdrukkelijk gemeld te worden op een vlog. Naast de vlogger is het bedrijf zelf verantwoordelijk voor naleving van de reclamecode door de vlogger. De klacht wordt (deels) toegekend. Onder een van de vlogs staat inmiddels: “Voor de duidelijkheid: ik krijg niet betaald om te filmen hoe ik een bed uitkies bij Swiss Sense, wel krijg ik wat korting”.

Persoonlijke beoordelingen van vloggers van producten van bedrijven kunnen snel reclame zijn. Zeker als het bedrijf de vlogger een bepaald voordeel geeft. In de Reclamecode Social Media is een opsomming gegeven, hoe dit het best vermeld kan worden bij de vlog om misverstanden te voorkomen. Bron beeld: Youtube Vloggloss

social-media



De laatste artikelen
DJ Djoko moet naam wijzigen
Rituals te koop bij The Body Shop?
Misleidende duurzaamheidsclaims Primark
Prada patroon – basaal en alledaags
The Bulldog eist terecht schade van Red Bull
Onze klanten
Volg Abcor
merkenbureau abcor op facebookmerkenbureau abcor op twitter merkenbureau abcor op linked in merkenbureau abcor op google plus
eiser
gedaagde
eiser
gedaagde

IP Kennisquiz over modellenrechten

Eiser verkoopt online haar kinderfietsen. Om haar rechten te beschermen heeft het bedrijf het design van deze fietsen vastgelegd als Uniemodel. Via een meervoudig model registreert het bedrijf in een keer 10 nieuwe uitvoeringen van haar kinderfietsen als Uniemodel. Als Gedaagde met een vergelijkbare fiets komt, volgt er een procedure. Eiser stelt onder andere inbreuk op haar modelrechten. Gedaagde stelt dat dit niet zo is. Een model moet nieuw zijn en eigen karakter hebben. Gedaagde stelt dat het model niet nieuw is omdat er diverse fietsen al stukjes te vinden zijn van dit model. Eigenlijk zijn de fietsen van gedaagde een combinatie hiervan, dus om die reden hebben de fietsen geen eigen karakter. De modellen zijn volgens gedaagde dan ook nietig. Mochten de modellen van eiser geldig zijn, dan wijkt zijn fiets voldoende af. Gedaagde stelt namelijk dat eiser in het meervoudige model bescherming heeft gevraagd voor min of meer gelijkende modellen. Blijkbaar vindt eiser dat deze modellen van elkaar afwijken om een andere algemene indruk te wekken. De fietsen van gedaagde wijken net zoveel af, dus wekken dan ook een andere algemene indruk (het zogenaamde tangwerking argument). Wie heeft er gelijk, zijn de fietsen van eiser een geldig model ondanks dat het bestaat uit al bekende aspecten uit allerlei fietsen en/of wijkt het model van gedaagde voldoende af en kan gedaagde een beroep doen op de tangwerking in verban met het meervoudig model?